oeou
maandag 16 april 2018
- bankroet
- roet — verbrand hout
- roetje — kleine roe
- crouton
- route
- router — computer die netwerkerkeer geleidt
- routier — vrachtwagenchauffeur
- routine
- goocheltoer
- heksentoer
- krachttoer
- politoer — middel voor het glanzend maken van meubels
- rijtoer
- solotoer
- toer — reis; draai; kunststukje; lastig werk
- toeren — uit rijden gaan; op tournee zijn
- toerisme
- toerist
- toermalijn — een mineraal
- toernooi
- Tour de France
- contour
- entourage
- getourmenteerd — getormenteerd, gekweld
- retour
- tour — ronde, rondgang
- tour de force
- tournedos — biefstuk van de haas
- tournee
- tourniquet — knevelverband
- tournure — drapering in een damesjurk