Het uitgangspunt: de aarde is veroverd door buitenaardse wezen. Die wezens nemen bezit van lichaam en geest van de mens, en leven het leven van de mens. Denk Goa'uld, maar dan iets vriendelijker. Er zijn nog maar enkele vrije mensen, levend in het verborgene. Als een menselijk lichaam wordt ingenomen door zo'n buitenaardling, dan blijft er gewoonlijk niets van de menselijke geest over. Maar af en toe laat een mens zich door zo'n vreemdeling niet het hoofd uit jagen. De hoofdpersoon in Stephenie Meyers boek is zo'n buitenaards wezen dat het nogal te stellen heeft de menselijk geest van haar lichaam.
De inhoud? Het doet nog het meest denken aan het Stockholm-syndroom, maar dan in een soort spiegelbeeld. Gevangenschap en liefde. En opoffering. Heel veel opoffering. Zoveel opoffering dat je denk, kan het niet een beetje minder, het lijkt wel een sentimentele streekroman. Zoveel opoffering, je denk, dit is niet menselijk meer. Het is dan ook geen mens die al dat opofferen doet, maar zo'n buitenaards wezen. Helaas, er is niet aan te ontkomen. Het boek houdt je gevangen, van de eerste bladzijde tot de laatste, het sleurt je mee in een achtbaan van emoties en botsende karakters. Gevangenschap, Opoffering, en de Ware Liefde.
Die Stephenie Meyer, die kan schrijven!