Ted Chiang is niet alleen een meester als het gaat om het vakmanschap van het vertellen, hij is ook inventief en een schrijver van zeer intelligente verhalen. In zijn verhalen herschept hij de werkelijkheid op een manier die aan de ene kant te bizar is om te geloven, maar aan de andere kant een volledig consistente afspiegeling is van wereldbeelden die ons niet vreemd voorkomen.
Twee voorbeelden. Ons verhaal van de Toren van Babel wordt door Ted Chiang herschreven zonder dat daarin God in zijn woede de toren vernietigt voordat de toren de hemel bereikt. In een ander verhaal is het idee dat men vroeger had, dat in menselijke zaadcellen kleine mensjes zaten, werkelijkheid.
Ted Chiangs verhalen zijn intellectueel een feest om te lezen. In alle verhalen wordt een bepaalde culturele denkwijze, van nu of van vroeger, mogelijk ook van de toekomst, van een nieuwe kant bekeken, door de werkelijkheid eromheen op z'n kop te zetten of uit te vergroten. Je voelt je ineens een stuk slimmer als je de verhalen leest, omdat je ineens dingen ziet die je nooit eerder hebt kunnen zien.