In Die Krypta wordt nog meer dan in het vorige boek alles wat met eco-ideologie en new-agedenken heeft te maken opgehemeld. Eindeloos gezwets over sjamanisme en aardkrachten. De helden geloven alles wat je in verwarde blaadjes als de Bres tegenkomt, terwijl de slechteriken niet alleen boosaardig zijn maar ook heel dom dat ze geloven in zoiets onzinnigs als een christelijke mythologie, wat alleen maar een dwaling is die de natuurgeesten geweld aandoet. De pot verwijt de ketel. Maar de pot heeft de schrijver aan haar kant, en dus de waarheid.
Erg jammer. De schrijver gelooft te sterk in z'n eigen ideologie om er een evenwichtige roman over te schrijven. Dit is dweperij. Oppervlakkig in de behandeling van het new-agegedoe (wat uiteraard van zichzelf al oppervlakkig is), maar ook oppervlakkig in de behandeling van de tegenpartij. De manier waarop de slechteriken in een christelijke mythologie opgaan is volstrekt ongeloofwaardig.
Het is dat het verhaal zelf zo spannend is geschreven, anders had ik zoveel onzin nooit getolereerd.