Guus Kuijer
Hoe een klein rotgodje God vermoordde
2006, 167 blz.
Vooraf: Guus Kuijer is vooral bekend als schrijver van kinderboeken, maar dit is geen kinderboek.

Een ongelovige die de God uit het oude testament onder de loep neemt, en met een veel positiever godsbeeld komt dan de christenen. Dat op zich is al opmerkelijk.

Guus Kuijer gelooft niet in God. En toch schrijft hij met vuur over hem. Waarom doet hij dat? In het laatste hoofdstuk schrijft Kuijer:

Hoe komt het dat Gods naam mij als ongelovige niet onverschillig laat? Ik denk dat het komt doordat ik weet dat onze voorvaderen niet achterlijk waren. Zij hebben hun hoop en verlangen geïnvesteerd in Gods naam, eeuwenlang. Velen van hen hebben oprecht gezocht naar recht en gerechtigheid, naar een betere verstandhouding tussen de mensen onderling, naar de rol die de barmhartigheid moet spelen binnen het recht. Zij noemden hun zoektocht God omdat hun hoop en hun verlangen behoefte had aan een adres. Hoe krakkemikkig hun denkbeelden ook waren en hoe fataal het ook is om aan de letter van hun denkbeelden vast te houden, ik erken dat de zoektocht waardevol was en dat het onverstandig zou zijn het denkwerk van onze voorvaderen op de mestvaalt van de geschiedenis te gooien.

Kuijer schrijft met passie, liefde en humor. Hij laat zien hoe het beeld van God in de loop van de tijd is veranderd. De God van Abraham was niet de God van Jezus of Mohammed. Voor de eerste heeft hij meer sympathie. Guus Kuijer laat zien hoe ingenieus het scheppingsverhaal eigenlijk is. Hij geeft een interpretatie aan het verhaal van Abraham waaruit veel meer wijsheid spreekt dan er zo op het eerste gezicht in het verhaal lijkt te steken.

De centrale boodschap van Kuijer is dat ons beeld van God een keuze is, en dat mensen door de eeuwen heen verschillende keuzes hebben gemaakt. We hebben ook nu nog de keuze, maar dan moeten we wel kritiek durven uiten op God, ons volwassen opstellen. Het versteende woord is dodelijk. Kuijer betreurt de koers die het geloof heeft genomen met Jezus en Mohammed. Met deze profeten is het geloof geïnfantiliseerd, gereduceerd tot een pedagogisch systeem van beloning en straf. Voorheen had de mens een veel volwassener verhouding tot God, waarin kritiek en twijfel essentieel waren in het zoeken naar wijsheid, in het streven een beter mens te worden. Met Jezus en Mohammed is God opgezadeld met profeten die het laatste woord hebben. De profeet neemt de plaats in van het goddelijke, en de simpele gelovige dient te gehoorzamen. Discussie met de profeet is taboe, en de profeet blokkeert de rechtstreekse discussie tussen mens en God.

God is te belangrijk om over te laten aan de gelovigen. Ook ongelovigen, júíst ongelovigen, zouden zich met God moeten bemoeien. God is niet van de gelovigen. Het is een sentiment dat ik van harte deel.

Ik heb dit boek met verheuging gelezen. Ik durf mij geen geestverwant van Guus Kuijer te noemen. Daarvoor mis ik de wijsheid en de barmhartigheid die hij heeft. Maar elk van zijn woorden valt bij mij in goede aarde.