In het eerste deel, Barndommens måne, kijkt iemand die gestrand is ergens in de Gobi, terug op z'n kindertijd, de tijd waarin hij als achtjarige meeliep in een kinderkruistocht, beginnend in Duitsland aan het begin van de dertiende eeuw, en eindigend na veel ellende, en met een sterk uitgedunde groep, ergens op een slavenmarkt in Egypte.
Ook voor degenen die denken te weten tot wat voor ellende blind geloof kan leiden zal in dit boek nog schokkende gebeurtenissen tegenkomen. Maar het is niet alleen ellende. De verteller in het verhaal heeft vreselijke dingen meegemaakt, maar hij heeft overleefd, en probeert met mythen uit verschillende culturen, de christelijke, de Arabische, en de Mongoolse, de gebeurtenissen te "plaatsen". En dat zijn ook wondermooie verhalen.
Bringsværd is een 'ambachtelijk' verteller. Geen ego-schrijver zoals bijv. Maarten 't Hart die zijn ziel uitstort in een bedroevend proza waar de lezer doorheen moet worstelen. Nee, Bringsværd spreekt de lezer direct aan, ziet het als zijn opgave om de aandacht van de lezer gevangen te houden. Haast als een verteller die fysiek aanwezig z'n publiek toespreekt.
Homepage van de auteur, met enkele boeken on-line: