Er was teleurstelling bij de verkiezing van Ratzinger, vooral in Nederland. En er was blijdschap. Teleurstelling, omdat Ratzinger een starre dogmaticus zou zijn. Blijdschap, omdat Ratzinger wijsheid en bescheidenheid worden toegeschreven. Ik besloot iets van hem te lezen om te weten wat voor iemand zojuist, blijkbaar vanuit grote eensgezindheid onder de kardinalen, tot paus was gekozen.
Ik heb het boek met plezier en belangstelling gelezen. Ik heb me nooit beleerd gevoeld, of gedwongen tot bekering. Ik heb er dingen van geleerd, niet alleen over het christendom, maar ook over andere religies, en hoe religies zich tot elkaar verhouden. Ratzinger is inderdaad een wijze man, met een brede blik, met inzicht in zeer uiteenlopende filosofische stromingen. Hij toont zich aan de ene kant bescheiden en kritisch over de aanspraken die het christendom doet. Aan de andere kant ziet hij het als de menselijke plicht te zoeken naar wijsheid. Hij gelooft in de waarheid die het christendom zegt te verkondigen. Hij erkent dat die aanspraak op de waarheid problematisch is, een bron van strijd. Maar de mens kan de vraag naar de waarheid niet opgeven. In de dialoog moeten we naar de waarheid blijven zoeken.
Mij ontbreekt de intellectuele bagage om alles wat Ratzinger schrijft te kunnen begrijpen. Soms ben ik het niet met hem eens. Maar Ratzinger is een wijs man, die mij de vrijheid geeft het niet altijd met hem eens te zijn. Ik heb respect gekregen voor deze man. De wereld heeft mensen zoals Ratzinger nodig. Wat kan hij nog, als Paus Benedictus XVI, voor ons betekenen?