Cees Nooteboom
Het geluid van Zijn naam
Reizen door de islamitische wereld
reisverslagen en gedichten, 2005, 250 blz.
De reisverslagen in deze bundel schreef Cees Nooteboom tussen 1960 en 2004, over reizen door Perzië (nu Iran), Marokko, Tunesië, Mali, India en Spanje. Op de recentste delen na zijn alle verhalen eerder gepubliceerd. Nu zijn deze verhalen en gedichten bijeen gebracht vanwege hun thema: de islamitische wereld door de ogen van de westerling, de westerling als vreemdeling.

De oudste verhalen zijn het zakelijkst geschreven. Veel droge opsommingen van wat de schrijver onderweg ziet, met termen die mij als lezer niks zeggen, alles bij elkaar niet meer dan een reeks vreemdheden. De nieuwere stukken zijn interessanter, omdat Nooteboom meer bespiegelend wordt in z'n verhalen, meer vertelt over de uitwerking op zichzelf van wat hij ziet. En de stijl wordt literair boeiender.

Hoewel dit boek vragen oproept die het niet kan beantwoorden, is het boek enigszins onbevredigend omdat het vragen die het zou kunnen beantwoorden meestal negeert: waarom is de schrijver hier in dit land? Is hij hier als toerist, als schrijver, of met andere bedoelingen?

Het boek begint met Nootebooms reis naar Isfahan, en wordt ingeleid met een gedicht van P.N. van Eyck:

De tuinman en de dood

Een Perzisch Edelman:

Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: 'Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!'

Van middag -- lang reeds was hij heengespoed --
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.

'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?'

Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,

Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'